Bob Lohr, een gesprek met een betrokken Zuid-Afrikaan

Hij is (nog steeds) Nederlander, maar in zijn doen en denken toch vooral een Zuid-Afrikaan.Bob ging in de periode van 1975 – 1978 met vrouw en 2 kinderen naar Kaapstad om daar een cassettefabriek te bouwen en te runnen. Het leven in Zuid-Afrika had hem zo bevangen, dat hij in de periode na terugkomst in Nederland steeds meer terug verlangde naar een leven in Zuid-Afrika. In 1983 besloten Bob en zijn vrouw Ingrid zich definitief te gaan vestigen in Zuid-Afrika. Hun liefde voor het land en de lokale bevolking waren de voornaamste drijfveren. Gemakkelijk was het niet, vooral omdat de apartheid te innige omgang met de zwarte bevolking haast onmogelijk maakte. Wel was het blanke regime blij met iedere blanke die zich in Zuid-Afrika wilde vestigen.

Na hun aankomst in Johannesburg vertrok de familie Lohr per camper naar Kaapstad. In de buurt van Kaapstad werd begonnen met een zeil- annex surfschool en een bijbehorende winkel. Meer als hobby startte Ingrid ook nog eens met een restaurant. Dit was officieel alleen toegankelijk voor blanken, maar de Lohrs probeerden deze regel zo veel mogelijk te omzeilen. Via een kleurling meisje dat bij hun zeilschool werkte kwamen er ook kleurlingklanten in het restaurant. Tijdens de apartheid was dit verboden en er volgden dan ook enkele confrontaties met de politie. Deze incidenten versterkten echter de interesse voor de zwarte en kleurlingbevolking van Zuid-Afrika en Bob ging zich in hun achtergrond en cultuur verdiepen onder andere via het bestuderen van (verboden!) literatuur.

Bob was inmiddels in Kaapstad ook een CD-winkeltje begonnen, maar toen hier en in het zeilen en surfen de klad begon te komen, vroeg een zwager hem, waarom hij niets deed met zijn kennis van Zuid-Afrika en zijn bevolking. “Laat toeristen het Zuid-Afrika zien, zoals jij het ziet. Maak je kennis van het land en volk beschikbaar voor toeristen.” Het tijdstip was er geschikt voor, want we schrijven begin jaren negentig, toen de toenmalige president De Klerk het apartheidsregime afschafte. Ondernemend als hij was, ging Bob met het advies van zijn zwager aan de slag en volgde hij de opleiding tot gids en ging hij zich verder verdiepen in de achtergronden en culturen van de niet-blanke bevolking.

Begaan als hij was met de lokale bevolking schrok hij van hun armoede en was hij tegelijkertijd verrast door hun enorme blijheid. Hij besloot van het laatste te genieten en zo veel als hij kon aan het eerste iets te doen. Zo werd hij zoals hij het zelf noemt “de grootste bedelaar van Zuid-Afrika”. Hij probeerde vooral bij toeristen die hij begeleidde letterlijk en figuurlijk iets los te maken en bracht hen ook naar de townships, daar waar de armoede en nood het hoogste is. Zijn doel is opvoedkundig van aard: Toerist, zie wat er is, wat er is mis gegaan en kijk wat er aan gedaan kan worden.

Vaak begeleidt Bob grote gezelschappen, maar soms ook kleinere. Hij fungeert dan zelf als gids en chauffeur. Op zo’n kleine reis ontmoette Bob in 2004 Kim van der Heul. Kim raakte onder de indruk van de verhalen van Bob én van de beelden die zij in zich opnam. Ook het contact met een andere, goed met Bob bevriende gids (Marloes Bayings) droeg hiertoe bij. Vooral het vele vrijwilligerswerk wat Bob en Marloes naast hun gewone werk doen, liet Kim niet onberoerd. Geïnspireerd door zo veel goede voorbeelden startte zij een jaar later Friends for Africa op. Bob is hier sterk van onder de indruk. “Als mensen Zuid-Afrika verlaten hoor ik vaak dat ze iets willen gaan doen. Meestal zijn ze dat echter na een paar weken in Nederland al weer vergeten. Kim bleef echter contact met mij en Marloes houden. Onvoorstelbaar dat iemand van zo’n jeugdige leeftijd zo geëngageerd is.”

Gevraagd naar het belang van een kleinschalig initiatief als Friends for Africa is Bob zeer beslist. “Alle beetjes kunnen zo enorm helpen. En bovendien gaat deze hulp rechtstreeks naar mensen in Zuid-Afrika. En kijk naar de aantallen mensen die je kunt helpen:

  • bij Janai meer dan 20 geadopteerde kinderen
  • bij Masonwabe 80 kinderen en hun ouders. Ouders die kunnen blijven werken.
  • 30 kinderen in het schooltje van Pumla.

En dit alles door een jonge vrouw die gewoon initiatief heeft getoond.”

Bob geniet zelf zichtbaar van de opsomming. Hij heeft er weer een medestander bij!